Ooo Albariño
- Geplaatst op
- Door Antoinet Rentema
- 1
Ooo Albariño
Een van de dingen die ik heel leuk vind om te doen is het bezoeken van wijnhuizen. Je spreekt dan de wijnmaker, die natuurlijk heel enthousiast is over zijn (of haar) wijnen, je krijgt vaak een rondleiding in de wijngaard en kelders en… heel belangrijk.. je proeft de wijnen! Zo maak ik zeker één keer per jaar een wijnreis. Dit jaar ging de reis naar Rías Baixas. Deze regio ligt in Galicië, in het noordwesten van Spanje. Het is een prachtig groen gebied. Karakteristiek voor dit gebied zijn de Rias, de ruige fjorden die diep het land ingaan. Galicië heeft een ander klimaat dan dat we van Spanje kennen. Dat het er zo groen is zegt eigenlijk al genoeg. Het regent er vaak, het is er regelmatig mistig en de temperaturen zijn bepaald lager dan die van de costa’s aan de Middellandse Zee. Om deze redenen groeien de druiven er meestal op pergola’s, hoog van de grond waardoor het risico op rot e.d. zo veel mogelijk wordt beperkt.
De ster van Baixas is albariño. Dit witte druivenras komt oorsponkelijk uit Galicië en noordwest Portugal. In Portugal heet deze druif overigens alvarinho en zul je ‘m kunnen aantreffen in Vinho Verde, de bekende ‘groene’ witte wijn.
Albariño wordt in Rías Baixas al heel lang verbouwd en de wijn met dezelfde naam wordt dan ook al heel lang gemaakt. Het gebied is geruime periode een vergeten wijngebied geweest; letterlijk in een uithoek van het land. Pas in 1988 kreeg het gebied de DO-status. Mede hierdoor zijn de wijnen herontdekt en inmiddels is de DO Rías Baixas de belangrijkste denominación voor witte wijn in Spanje. De wijnen van albariño zijn sprankelend fris, fruitig, aangenaam droog en vaak met de pittige zuren die je ook in Riesling kunt proeven. De wijnen worden meestal zonder houtrijping gemaakt.
Rías Baixas telt vijf subzones. De belangrijkste en de beste is Val do Salnés en ligt aan de westkust. In het noorden ligt Ribeira do Ulla en in het zuidwesten vind je Soutomaior. De zones O Rosal en Condado do Tea liggen meer in het binnenland, deels op de grens met Portugal.
Mijn wijnreis startte in Cambados, de hoofdstad van de Albariño (zeggen ze zelf), in Val do Salnés. Daar stond bij Bodegas del Palacio de Fefiñanes een minirondleiding op het programma. Het wijngoed heeft namelijk een hele kleine wijngaard. De druivenstokken die er staan zijn dan wel heel bijzonder, sommige zijn meer dan 100 jaar oud. Voordeel van een kleine wijngaard is dat het onderdeel proeven snel volgt! Drie Albariños werden er geschonken. Even terzijde: misschien is het opgevallen dat ik albariño en Albariño naast elkaar gebruik. Dit is omdat de druif met een kleine letter wordt geschreven en de wijn met een hoofdletter. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor albariño/Albariño, maar voor alle druivenrassen en wijnen. Terug naar de proeverij. Drie Albariños dus. De eerste was de Albariño de Fefiñanes 2018, een frisse, minerale wijn en mooi fruitig (vooral van appel). De tweede, de 1583 Albariño de Fefiñanes 2018, had een heel ander karakter. In tegenstelling tot de eerste wijn heeft deze wijn drie maanden op barrique gerijpt. Dat zorgt er voor dat de wijn wat ronder en zachter wordt. De laatste wijn was de Albariño de Fefiñanes III año uit 2016. Ook deze wijn was weer heel anders dan de twee voorgaande. Het verschil? De wijn heeft 7 maanden ‘sur lie’ gelegen en heeft in totaal 27 maanden gerijpt (op rvs). Het rijpen ‘sur lie’, de ‘droesem’ van onder andere resten gist, geeft wijnen een vollere en complexe smaak. De derde wijn heeft hierdoor meer aroma’s van perzik, grapefruit en is kruidig. Drie Albariños met elk een eigen karakter. Heel verrassend. Wijnen die ook heel goed te combineren zijn met mooie gerechten.
Een tweede bezoek bracht me naar Bodegas La Val in Arantei, in de subzone Condado do Tea op de grens met Portugal. Dit wijngoed is een stuk groter dan het eerste. De rondleiding duurde trouwens net zo kort, maar dat was waarschijnlijk omdat er daarna zo veel geproefd zou gaan worden, namelijk 9 wijnen. Ook hier waren er grote verschillen te proeven. De eerste wijnen - oneerbiedig dan maar even de instapwijnen genoemd - waren fris en droog, perfect bij schaal- en schelpdieren. De proeverij startte met de Mas Que 2 uit 2017, een blend met onder andere albariño, een wijn van treixadura (een andere typische druif uit deze streek) en La Val Albariño 2017. Daarna een single vineyard, Finca Arentei Albariño 2017. Hoe verder de proeverij vorderde hoe voller en complexer de wijnen werden. Bodegas La Val laat veel wijnen ‘sur lie’ rijpen. De frisse aroma’s worden meer en meer vergezeld door perzik en bloemige aroma’s. Bijzonder was ook dat een deel van de proeverij een zogenaamde verticale proeverij was, met andere woorden, eenzelfde wijn uit verschillende oogstjaren naast elkaar. In dit geval ging het om La Val Vendimia Albariño, waarbij de wijn één jaar ‘sur lie’ heeft gelegen, uit de jaren 2014, 2015 en 2016. En de finale bestond uit La Val Albariño ‘sur lie’ uit 2015, die drie jaar ‘sur lie’ heeft liggen rijpen, en La Val Albariño barrel fermented uit 2011. Albariño kan heel goed oud worden, dat is wel gebleken. Het was een prachtige proeverij. Net als de uitvoerige lunch na afloop…
De conclusie na twee bezoeken aan bijzondere wijnproducenten in Rías Biaxas is dat er van albariño hele mooie wijn wordt gemaakt. Eigenlijk wist ik dat al wel, maar dat de wijnen ook zo goed op barrique en ‘sur lie’ kunnen rijpen, en ook nog eens zo mooi kunnen ouderen, was voor mij eerlijk gezegd wel een verrassing. Helaas vind je deze wijnen nog niet zo vaak buiten Spanje.
Albariño groeit inmiddels ook in Californie, Australie en Nieuw-Zeeland. Misschien een ideetje voor een volgende wijnreis…
Mooie verhaal duidelijke uitleg wijnen en herkomst en opvoeding hout,sur lid enz wacht met spanning op volgende.